Doelstellingen

Domeinspecifieke leerresultaten (DLR)

3. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise. Hij gebruikt een correcte, gepaste en uitdagende taal die de lerenden tot verdere ontwikkeling stimuleert. Hij begeleidt lerenden in hun onderwijsloopbaan.

Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR) - curriculumdoelen

1.1 De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden 

Vakspecifieke doelen

Aanvullingen vakstudie

Na het voltooien van dit opleidingsonderdeel bezit de student, in functie van de lessen techniek in eerste graad van de B-stroom, de noodzakelijke kennis (vakinhoudelijk ) m.b.t de technisch systemen die in het leerplan techniek worden vermeld om daarmee techniekprojecten voor de eerste graad in de B-stroom te kunnen uitwerken.
 

Tijdens dit opleidingsondeel zal de student vakkenis opdoen m.b.t. o.a. textiel, bouw, tuinbouw en verzorging. Andere vakgebieden zoals elektriciteit, informatie en communicatie, metaal, hout, kunststoffen en voeding zijn reeds in vakinhoud 1,2, 3, 4, 5, 6 en 7 aan bod gekomen.

De student kan na dit opleidingsonderdeel:

• de verschillende onderdelen in eenvoudige en complexe(re) constructies zoals een huis onderzoeken, bestuderen en daarna toelichten.  (LPD 9Techniek B-stroom)
• in concrete voorbeelden statische of dynamische constructies van elkaar kunnen onderscheiden.  (LPD9 Techniek B-stroom)
• een eenvoudig constructieplan analyseren.
• onderzoeken uit welk materiaal een constructie gemaakt is.  (LPD6 Techniek B-stroom)
• de eigenschappen en het gebruik van materialen in diverse toepassingen en realisaties toelichten
• de kennis van materialen en materiaaleigenschappen zelf verder uitbreiden.
• soorten verbindingstechnieken bij eenvoudige constructies onderzoeken en toelichten.  (LPD9 Techniek B-stroom)
• de stabiliteit en stevigheid van een constructie onderzoeken en aldus algemene constructieprincipes kunnen verklaren.   (LPD9 Techniek B-stroom)
• verwoorden wanneer en hoe de meest gebruikte gereedschappen in de lessen techniek worden gebruikt en deze gereedschappen in de lessen techniek correct inzetten en hanteren.
• een eenvoudige realisatie voor de B-stroom realiseren.  (LPD10 Techniek B-stroom)
• verschillende soorten stoffen van elkaar kunnen onderscheiden; voor elke stof verschillende toepassingen, kenmerken, de oorsprong, ... kunnen geven  (LPD6 Techniek B-stroom)
• verschillende gereedschappen die in de sector van de tuinbouw worden gebruikt kunnen benoemen en gebruiken.
• de vakinhoud (machines en materialen, methodieken, gereedschappen, kennis,…)die noodzakelijk is voor het lesgeven in de B-stroom uitgebreid verklaren en toelichten.
• meetinstrumenten en hulpmiddelen (gereedschappen, machines, ...) met de nodige nauwkeurig en zorg gebruiken en erop toezien dat lln dit ook doen (LPD4 Techniek B-stroom)
• De gepaste grootheden en eenheden in een correcte weergave gebruiken en en erop toezien dat lln dit ook doen (LPD5 Techniek B-stroom)
• praktijklessen uitwerken en optimaliseren met betrekking tot veiligheid en welslagen van zijn lessen. (LPD1 Techniek B-stroom)
• gebruikmaken van een correcte vakterminologie.
• maatschappelijke gebeurtenissen aan inhouden koppelen.

Plaats in het onderwijsaanbod

• Educatieve bachelor in het secundair onderwijs - 1 onderwijsvak (na Ba/Ma met pedagogische bekwaamheid) (Brugge) (techniek) 44 sp.
• Educatieve bachelor in het secundair onderwijs (Brugge) (techniek) 180 sp.