Plastische opvoeding: beeldatelier ruimtelijke vormgeving en kunstbeschouwing (B-VIVN-B3RL10)
Doelstellingen
Domeinspecifieke leerresultaten (DLR)
3. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise. Hij gebruikt een correcte, gepaste en uitdagende taal die de lerenden tot verdere ontwikkeling stimuleert. Hij begeleidt lerenden in hun onderwijsloopbaan.
10. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs informeert zich over en denkt kritisch en met een open geest na over actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen vanuit zijn rol als leraar.
Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR) - curriculumdoelen
1.1. De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden
1.4. De (vak)inhouden kaderen in een groter maatschappelijk en internationaal geheel
2.5. Deelnemen aan culturele activiteiten en getuigen van een culturele bagage.
10.2. Een eerlijke, genuanceerde kijk ontwikkelen op jezelf, je eigen grenzen en het eigen functioneren.
Internationale competenties (ICOM)
Culturele zelfkennis: de student heeft kennis van zijn eigen referentiekader en eigen wereldbeeld, en kan dit relateren aan andere zienswijzen.
Vakspecifieke doelen
Eigen beeldend-technische vaardigheden verdiepen:
- Bewust gebruik maken van beeldende principes om de zeggingskracht van een beeld te versterken (abstrahering, stilering, transformatie, textuur, vorm en restvorm, dissociëren en associëren, spanning en evenwicht, bewegingssuggestie, …)
- Verschillende materialen en technieken op persoonlijke wijze toepassen.
- Strategieën hanteren om, binnen eerder open opdrachten, tot een authentiek beeldend-artistiek proces te komen (experimenteren, documenteren, variëren, onderzoeken, interpreteren, ...).
- Reflecteren over het eigen beeldend proces.
- In product en proces getuigen van een kritische houding.
- Het eigen beeldend proces documenteren aan de hand van een atelierlogboek (dat ook een verantwoorde en diverse keuze bevat van kunstbeschouwing in functie van de opdracht).
- Vlot en persoonlijk basisterminologie aanwenden om te spreken en te reflecteren over beelden (beeldende kunst, eigen werk).
- Uitdagingen formuleren voor de eigen (verdere) artistieke ontwikkeling.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs - 1 onderwijsvak (na Ba/Ma met pedagogische bekwaamheid) (Brugge) (plastische opvoeding) 44 sp.
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs (Brugge) (plastische opvoeding) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Plastische opvoeding: beeldatelier ruimtelijke vormgeving en kunstbeschouwing (B-VIVN-B5RL10)
Inhoud
In lessen kunstbeschouwing wordt verder aandacht besteed aan stijlen en stromingen in de beeldend kunst, met nadruk op actuele ontwikkelingen (publicaties, tentoonstellingen, documentaires, ...).
In lessen ruimtelijke vormgeving worden eigen beeldend-technische vaardigheden verder ontwikkeld (boetseren, assembleren, ...)
Studiemateriaal
Alle teken- en schildermateriaal zoals opgegeven binnen de verschillende ateliers en besproken bij de aanvang van het academiejaar.
Boermans, B. (2010). Beeldende begrippen. Arnhem: Lambo. ISBN 978 90 773 1896 6. Naslagwerk (via ACCO)
Opdrachten en powerpointpresentaties - Toledo
Klasdrukwerk en losbladig lesmateriaal - Toledo
Aanbevolen
Wordt door de docenten besproken in functie van een bepaalde opdracht. Bv.: kunsttijdschriften, maandbladen, boeken, folders, affiches, kaarten...
Toelichting werkvorm
College: informatieoverdracht, uiteenzetting, demonstratie, hoorcollege
Practicum: atelier
Opdracht: individuele opdrachten
Bezoek tentoonstelling
Evaluatieactiviteiten
Plastische opvoeding: beeldatelier ruimtelijke vormgeving en kunstbeschouwing (B-VIVN-B80100)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
B5RL10 - Plastische opvoeding: beeldatelier ruimtelijke vormgeving en kunstbeschouwing | 1-20/20 puntenschaal |
EVO: Mondelinge toelichting en presentatie van de uitgevoerde taken en kunstbeschouwing : 100%.
Evalueren van een artistiek kunnen is meer dan louter quoteren.
Niet enkel het werkstuk nl. het product wordt beoordeeld, maar eveneens het proces waarvan dit product het resultaat is.
De student wordt tijdens het werkproces permanent begeleid en bijgestuurd:
De student stelt de eigen beeldende oplossing en de materieel- technische verwerking in vraag.
De student toetst zijn proces aan een beeldend referentiekader (kunstbeschouwing).
De docent volgt en bespreekt het werkproces (formatief), de fasen, technieken en beeldende oplossingen via tussentijdse en individuele besprekingen.
Tijdens het proces wordt gewezen op de vorderingen en eventuele tekortkomingen wat betreft de beeldtaal, technische vaardigheden, vormgeving, emotionele betrokkenheid, engagement en artistiek inzicht.
De mondelinge voorstelling gebeurt in aanwezigheid van alle betrokken vakdocenten. Het toekennen van de cijfers gebeurt in onderling overleg.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Evaluatietype en vorm zijn gelijkaardig als bij de eerste examenkans.
EVO: Mondelinge toelichting en presentatie van de (herwerkte) uitgevoerde taken en kunstbeschouwing : 100%.