Nederlands niet-thuistaal: didactiek kennis en vaardigheden 1 (B-VIVN-B3R533)

3 studiepuntenNederlands24 urenEerste semesterEerste semester
Gobyn Lies (coördinator) |  Gobyn Lies |  N.
VIVES N POC PBA Onderwijs: Secundair Onderwijs

Domeinspecifieke leerresultaten (DLR)

1. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs ontwerpt krachtige en stimulerende leeromgevingen. Hij gebruikt passende werkvormen en evaluatiemethodieken ter ondersteuning van het leer- en ontwikkelingsproces. Hij concretiseert het zorg- en gelijke kansenbeleid van de onderwijsinstelling, met aandacht voor diversiteit en talensensibilisering.

2. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs creëert een positief leer- en leefklimaat en speelt in op diversiteit. Hij herkent noden op vlak van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de lerenden en speelt er gepast op in. Hij begeleidt attitudevorming en bereidt de lerenden voor op maatschappelijke participatie.

3. De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise. Hij gebruikt een correcte, gepaste en uitdagende taal die de lerenden tot verdere ontwikkeling stimuleert. Hij begeleidt lerenden in hun onderwijsloopbaan.

 

Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR) - curriculumdoelen

1.1 De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden 

1.2 Ondersteunende competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden 

1.3 Vakgebieden met elkaar verbinden en linken aan de leerplannen 

3.a.1 De beginsituatie van individuele lerenden en de groep analyseren 

3.a.2 Relevante elementen uit de brede context van de lerende analyseren 

3.a.3 De ontwikkelingsbehoeftes, onderwijs- en ondersteuningsbehoeftes afleiden uit de analyse van de beginsituatie van lerenden en hun context 

3.b.1 Doelstellingen en leerinhouden selecteren en formuleren vanuit de ontwikkelingsbehoeften (analyse van de lerende, de klas en de school) enerzijds en de opbouw van het leerplan anderzijds 

3.c.1 Krachtige, uitdagende leer- en ontwikkelingsomgevingen doelgericht ontwerpen op maat van (groepen) lerenden met o.a. oog voor variatie, differentiatie, vakoverschrijdende aanpak, zinvolle ICT-integratie, talen, actualiteit, EDO-principes … 

3.e.1 Lerenden doelgericht begeleiden in het leerproces 

3.e.4 Lerenden ondersteunen in het leren leren en het ontwikkelen van hun executieve functies 

 

Vakspecifieke doelen

1. Receptieve vaardigheden:

1.1 Luisteren

De student: 

- heeft inzicht in het luisterproces

- heeft inzicht in de problemen die een tweedetaalleerder tegenkomt op het vlak van ‘begrijpen’ (hiaten in de taalkennis en culturele context)

- kan de verstavaardigheid van de lerende versterken d.m.v. specifieke werkvormen

- kan de begripsvaardigheid van de lerende versterken door functionele luistertaken

- kan een luistertaak ontwikkelen die gericht is op een specifiek luisterdoel (gericht, globaal of intensief luisteren)

1.2 Lezen

De student: 

- heeft inzicht in de leespiramide

- heeft inzicht in wat een moeilijke tekst is

- heeft inzicht in de lagere en hogere processen

- kan de verschillende methodieken toepassen

- kent de verschillende leesdoelen en leesstrategieën

- kan verschillende soorten leesdoelen en leesstrategieën toepassen

- kan verschillende soorten werkvormen opsommen en toepassen

- kan het raamwerk opzoeken en heeft inzicht in het raamwerk

 

2. Didactiek taalbeschouwing

2.1 Woordenschat

De student: 

- kan woordenschatonderwijs organiseren die leidt tot woordenschat die

breed genoeg is (het kennen van genoeg woorden en de juisten woorden)

diep genoeg is (het hebben van genoeg kennis over die woorden)

toegankelijk genoeg is (het snel en moeiteloos kunnen herkennen en gebruiken van die woorden)

- kent het verschil tussen incidenteel en intentioneel leren van woorden

- kan de intentionele methode (semantiseren-consolideren-controleren) toepassen

- heeft inzicht in de incidentele verwerving van woordenschat en kan de woordleervaardigheden van de lerende aanscherpen.

2.2 Grammatica 

De student:  

- weet op welk moment in het leerproces en bij welke leerders grammatica zinvol is 

- kan grammatica op een cyclische in plaats van een lineaire manier aanbrengen 

- kent het verschil tussen de verschillende benaderingen van grammatica: FonFs, FonM en FonF 

- kan FonF toepassen in een lescontext 

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Nederlands niet-thuistaal: didactiek kennis en vaardigheden 1 (B-VIVN-B5R438)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College24 urenEerste semesterEerste semester
Gobyn Lies |  N.
VIVES N POC PBA Onderwijs: Secundair Onderwijs

In dit vak gaan we aan de slag rond de didactiek specifiek voor de doelgroep van NNT. We starten met de vraag waarom NT2-didactiek zo specifiek is en verschilt ten opzichte van didactiek waarbij Nederlands de moedertaal is. Vervolgens gaan we dieper in op de kenmerkende sleutelcompetenties van een NT2-docent. Van daaruit kijken we naar de eigen competenties en proberen we in kaart te brengen waar we nog in kunnen groeien. We bestuderen voor de receptieve vaardigheden (luisteren en lezen) de didactische aanpak maar steeds met het oog op het grotere geheel (holistische visie). Ook het gebruik van het ERK i.f.v. handelingsgericht werken komt aan bod. Alle theorie wordt geïntegreerd in casussen en praktijkvoorbeelden.

 

Aanvullend leermateriaal (presentaties, bijlagen, artikels...) op Toledo

Vrijblijvend naslagwerk:

  • Bossers, B. (2015). Handboek Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs. Bussum: Coutinho uitgeverij

Dit opleidingsonderdeel wordt in het Nederlands gegeven. 

In de lessen komen zowel theorie als praktijk aan bod. Theoretische kennis wordt toegepast in concrete casussen. 

Evaluatieactiviteiten

Nederlands niet-thuistaal: didactiek kennis en vaardigheden 1 (B-VIVN-B78967)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Eerste examenkans 

- 80% schriftelijk examen 

- 20% taak 


 

Doelstelling 

In het vak didactiek: kennis en vaardigheden hebben we het over hoe je door middel van een goede, efficiënte didactische aanpak je eigen lespraktijk en dus de leerwinst bij je (anderstalige) leerlingen kunt optimaliseren. Dit doen we door eerst een visie op didactiek te ontwikkelen. Daarna gaan we dieper in op de moeilijkheden die de tweedetaalleerder ervaart bij het Nederlands leren, om tenslotte de brug te slaan naar de verschillende didactische wenken die we willen meegeven, concreet en toepasbaar in de praktijk. Onze focus zal vooral liggen op de didactische aanpak waarbij we concrete tips formuleren, gebaseerd op onderzoeksresultaten en ervaringen. 

Aan de hand van deze opdracht ga je voornamelijk individueel de tips, adviezen en nuttige sites vanuit de lessen verzamelen. Je zult deze bundelen in een bruikbaar en handig overzicht voor je eigen lespraktijk en die van je medestudenten/collega’s. 

Opdracht 

Beschrijving opdracht dag- en flextraject 

Bundel alle mondelinge/schriftelijke tips, adviezen en sites die je doorheen dit OPO  tegenkomt.  

Probeer je informatie via verschillende kanalen te verzamelen. Selecteer vier van de vijf opties:  

- Syllabus 

- Werkvormen uit de les/PowerPoint 

- Literatuur 

- Voorbeelden uit eigen werkervaring 

- Actualiteit 
 

Gebruik je creativiteit. 

Alle adviezen/tips en sites ga je nu in een handig overzicht gieten die bruikbaar is in je eigen praktijk en bij je collega’s. In totaal zorg je ervoor dat dit eindresultaat beperkt blijft tot max. 2 pagina’s. De voorkeur gaat uit naar een poster maar dit mag je helemaal zelf kiezen. Een handige, gratis tool om dit alles mooi vorm te geven is deze site: www.canva.com  
 

Dien je eindproduct in.  

Dit doe je door je eindproduct online in te dienen ten laatste tegen 22 december einde van de dag. Je laadt je eindproduct op in de indienmap op Toledo.  

 

Evaluatie opdracht 

Deze taak telt voor 20% van de punten. 

De toekenning van de quotatie gebeurt o.a. op basis van volgende criteria: 

- Gebruik van verschillende kanalen 

- Ordening: logische opbouw/structuur  

- Coherentie  

- Bronvermelding  

- Creativiteit/vormgeving: aangenaam om te hanteren/leesbaarheid. 

 

Examen 

Naast de taak wordt er een schriftelijk examen voorzien. Het examen is geen open boek examen.  

Dagstudenten nemen deel aan het examen in januari. Studenten die het flextraject volgen, hebben de keuze uit vier examenmomenten.  

 

 

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.

Tweede examenkans 

- 80% schriftelijk examen 

- 20% taak 

Opdracht - tweede examenkans: 

De examenopdracht blijft dezelfde als bij de eerste examenkans. We maken wel volgend onderscheid: 

- wie voor het eerst de opdracht indient bij de tweede examenkans, maakt de opdracht zoals hierboven beschreven; 

- wie de opdracht reeds indiende maar niet geslaagd is, herwerkt deze volgens de feedback die je ontvangen hebt. 

Examen - tweede examenkans: 

Wie niet geslaagd is, kan zich inschrijven voor een tweede examenkans in augustus.