Nederlands niet-thuistaal: landschap (B-VIVN-B3R450)
Doelstellingen
Domeinspecifieke leerresultaten (DLR)
Bouwsteen deskundigheid
OLR 1.1:
Je beheerst de kennisinhouden en/of vaardigheden die relevant zijn voor de les (inclusief de Engelse en Franse taal als dit de doeltaal is).
Je verwerft expertise in het lesonderwerp door het raadplegen van relevante bronnen (vakliteratuur, andere leermethodes).
OLR 1.2:
Ondersteunende competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden.
Je spreekt en schrijft correct en verzorgd Nederlands.
Je gebruikt het gepaste taalregister.
Je begeleidt het leerproces adequaat in de standaardtaal.
Je uit je op een natuurlijke wijze expressief.
OLR 3.c.6:
Relevante administratieve taken kunnen uitvoeren.
Je bent in orde met de vereiste administratie.
Je communiceert en informeert de mentor tijdig en correct.
Bouwsteen ontwerpen aanreiken en begeleiden
Beginsituatie
OLR 3.a.1, 3.a.2, 3.a.3:
Je brengt in kaart wat de leerlingen in eerdere lessen al gezien hebben over het lesonderwerp (voorkennis). Je houdt rekening met de ruimte, de materialen en de beschikbare tijd. Je brengt de groepskenmerken relevant voor de les in kaart (aantal leerlingen, studierichting). Je informeert je over de levensbeschouwelijke diversiteit van de leerling.
Doelstellingen
OLR 3.b.1, 3.b.3:
Je neemt concrete inhoud en observeerbaar gedrag op in de doelstellingen.
Je hebt aandacht voor de attitudes van de leerlingen.
Je kiest voor een les correcte doelstellingen (ifv het leerplan en de beginsituatie van de klasgroep).
Leer- en ontwikkelingsomgeving
OLR 3.c.1, 3.c.2, 3.c.3:
Je gebruikt een logische lesstructuur conform de vakdidactiek.
Je kiest passende werkvormen, groeperingsvormen en opdrachten volgens de doelen, de geobserveerde beginsituatie, de tijd en de ruimte.
Je geeft duidelijke instructies, stelt duidelijke vragen.
OLR 3.c.4:
Je zet de lln. aan om te communiceren in Nederlands of de doeltaal.
OLR 3.c.5:
Je biedt organisatievormen aan die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen.
Je voorziet een realistische timing. Je hebt aandacht voor klasmanagement.
Je beweegt je door de klas.
Je kan leerlingen bij naam benoemen.
Ontwikkelingsmaterialen en leermiddelen
OLR 3.d.1:
Je gebruikt doelgericht en kritisch (bestaande) leermiddelen (leer(werk)boek, werkblaadjes…)
Je maakt de les aanschouwelijk (horen, zien, ruiken, proeven, voelen).
Je gebruikt een geschikte presentatievorm (bord, projectie …).
OLR 3.d.2:
Je experimenteert met ICT-tools.
Begeleiding en evaluatie
OLR 3.e.1
Je streeft de lesdoelen na.
OLR 3.e.2, 3.e.8, 3.e.10, 3.e.11:
Je observeert het leerproces van leerlingen tijdens oefenmomenten.
Je bouwt controlemomenten in.
Je geeft opbouwende feedback op de zichtbare leerresultaten.
Bouwsteen pedagogische relatie leraar – lerende
OLR 5.1, 5.4:
Je gaat op een correcte en respectvolle manier met leerlingen om.
Je probeert je in te leven in de gevoelens van de leerlingen.
Je bent empathisch.
Je doet moeite om je in te leven in de leefwereld van de leerlingen.
OLR 3.e.7, 5.2, 5.3:
Je betrekt zoveel mogelijk leerlingen bij de les.
Je hebt aandacht voor een veilige en positieve (werk)sfeer.
OLR 5.5:
Je staat positief tegenover diversiteit in de klasgroep.
OLR 5.6:
Je stimuleert en moedigt aan.
Je zorgt voor een veilige klassfeer waar fouten maken kan en waar verschillen aanvaard worden.
Bouwsteen sociale verbondenheid tussen lerenden
OLR 6.1, 6.2, 6.3, 6.4:
Je spoort leerlingen aan om beleefd en respectvol te zijn.
Bouwsteen persoonlijke en professionele identiteit, ethische grondhouding en veerkracht
Persoonlijke identiteit
OLR 9.4, 9.5, 10.2, 10.3, 10.4:
Je neemt verantwoordelijkheid op.
Je haalt het beste uit jezelf.
Je kent je persoonlijke sterktes en zwaktes.
Je staat veerkrachtig en positief in het beroep en het leven.
Je respecteert je eigen grenzen
Je respecteert de grenzen van anderen.
Binnen de verwachtingen die je krijgt, neem je je verantwoordelijkheid op.
Je toont passie en bezieling voor je vak.
Je reflecteert zinvol en kritisch over je persoonlijke sterktes en groeimogelijkheden.
Professionele identiteit
OLR 4.1, 8.2, 9.6, 10.1, 14.4:
Je bent leergierig en weetgierig.
Je gaat constructief om met feedback.
Je komt, indien nodig, op een gepaste manier op voor je mening, met respect voor meningsverschillen.
Vakspecifieke doelen
Wetgeving
De student
- heeft kennis van de wetgeving rond intakegesprekken en instaptoetsen
- heeft kennis van de wetgeving rond inburgering
Aanbieders Nederlands niet-thuistaal
De student
- heeft kennis van de verschillende lokale, Vlaamse en Belgische verstrekkers en organisaties die intercultureel werk als hoofdopdracht hebben
- kent de verschillende aanbieders van onderwijs Nederlands niet-thuistaal, CVO, CBE, UTC en VDAB en hun doelpubliek
- heeft inzicht in de opbouw van behoeftegerichte trajecten
- kent het publiek dat Nederlands niet als thuistaal heeft
- kent de functie van het ERK en de context
- kan het ERK toepassen
- kent de functie van de richtgraden en de context
- kan de richtgraden voor het volwassenenonderwijs toepassen
- kent de ontwikkelingsdoelen voor de OKAN-klas en de context
- kan de ontwikkelingsdoelen voor de OKAN-klas toepassen
- kent de verschillende doelgroepen die Nederlands als niet-thuistaal hebben
- heeft inzicht in mogelijke individuele trajecten
- heeft zicht op de instroom van anderstalige nieuwkomers in het (volwassenen)onderwijs
- heeft kennis van mogelijke beleidskeuzes rond integratie en inburgering
- heeft inzicht in het vrijetijdsaanbod voor anderstaligen van elke leeftijd
Begintermen
/
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs - 1 onderwijsvak (na Ba/Ma met pedagogische bekwaamheid) (Brugge) (Nederlands niet-thuistaal) 44 sp.
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs (Brugge) (Nederlands niet-thuistaal) 180 sp.
- Educatief graduaat SO via Flex-traject (Brugge) 90 sp.
- Educatief graduaat SO via LIO-traject (Brugge) 90 sp.
- Verkorte educatieve bachelor in het secundair onderwijs Flex-traject (Brugge) 60 sp.
- Verkorte educatieve bachelor in het secundair onderwijs LIO-traject (Brugge) 60 sp.
- Verkorte educatieve bachelor in het secundair onderwijs dagonderwijs (Brugge) 60 sp.
- Educatief graduaat SO via Combitraject (Brugge) (niet voor nieuwe studenten) 90 sp.
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs voor bachelors in de kunsten 60 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Nederlands niet-thuistaal: landschap (B-VIVN-B5R392)
Inhoud
In dit opleidingsonderdeel komen volgende onderdelen aan bod:
- Het publiek, de doelgroepen
- Opleidingen en ondersteuning anderstalige nieuwkomers
- Doelen onthaalonderwijs/inburgering
- Integratie en inburgering: wetgeving
- Anderstalige nieuwkomers en vrije tijd
Studiemateriaal
Syllabus aangevuld met artikelen, websites en beeldmateriaal. Al het materiaal is te vinden op het digitaal platform Toledo.
Toelichting onderwijstaal
Dit opleidingsonderdeel wordt volledig in het Nederlands gegeven.
Toelichting werkvorm
Gastcollege
Het cursusmateriaal wordt in enkele contactmomenten toegelicht. Daarnaast is zelfstudie vereist om alle inhouden door te nemen.
Evaluatieactiviteiten
landschap Nederlands niet-thuistaal (B-VIVN-B78138)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Het schriftelijk examen is open boek. Het cursusmateriaal mag dus gebruikt worden.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.