Doelstellingen

Domeinspecifieke leerresultaten (DLR)

1.De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs ontwerpt krachtige en stimulerende leeromgevingen. Hij gebruikt passende werkvormen en evaluatiemethodieken ter ondersteuning van het leer- en ontwikkelingsproces. Hij concretiseert het zorg- en gelijke kansenbeleid van de onderwijsinstelling, met aandacht voor diversiteit en talensensibilisering.

3.De Educatieve Bachelor in het secundair onderwijs beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn domeinspecifieke, vakinhoudelijke en vakdidactische expertise. Hij gebruikt een correcte, gepaste en uitdagende taal die de lerenden tot verdere ontwikkeling stimuleert. Hij begeleidt lerenden in hun onderwijsloopbaan.

Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR) - curriculumdoelen  

1.1 De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden.
3.a.1.   De beginsituatie van individuele lerenden en de groep analyseren
3.b.1.   Doelstellingen en leerinhouden selecteren en formuleren vanuit de ontwikkelingsbehoeften (analyse van de lerende, de klas en de school) enerzijds en de opbouw van het leerplan anderzijds.
3.c.1.   Krachtige, uitdagende leer- en ontwikkelingsomgevingen doelgericht ontwerpen op maat van (groepen) lerenden met o.a. oog voor variatie, differentiatie, vakoverschrijdende aanpak, zinvolle ICT-integratie, talen, actualiteit, EDO-principes, …
3.d.2.   Onderwijstechnologie functioneel inzetten
4.1 Consequent een onderzoekende en reflectieve houding aannemen
10.2 Een eerlijke, genuanceerde kijk ontwikkelen op jezelf, je eigen grenzen en het eigen functioneren

Vakspecifieke doelen
De student bereidt een les of een activiteit correct voor, rekening houdend met alle elementen van het didactisch model en van de vakdidactische kennis.
Dit houdt o.a. in:

• de beginsituatie van de leerlingengroep achterhalen (vaardigheden en kennis)
• doelstellingen correct formuleren
• met diverse media en leermiddelen werken
• digitale vaardigheden functioneel inzetten
• een gepaste didactische werkvorm kiezen en diverse didactische werkvormen gebruiken
• het onderscheid tussen de deductieve en de inductieve methode verwoorden en concreet uitleggen aan de hand van een voorbeeld uit de fysica
• de soorten vraagstukken onderscheiden en vraagstukken doelgericht selecteren
• onderzoeken uitvoeren volgens de wetenschappelijke methode waarbij de student het demonstratie- en leerlingenproefmateriaal didactisch correct hanteert
• wetenschappelijke vaardigheden en didactische principes toepassen
• de leerplannen op een constructieve manier gebruiken bij het voorbereiden van de lessen
• kritisch en/of creatief denken, handelen en reflecteren
• correcte vakterminologie gebruiken, zowel schriftelijk als mondeling.

Plaats in het onderwijsaanbod

• Educatieve bachelor in het secundair onderwijs - 1 onderwijsvak (na Ba/Ma met pedagogische bekwaamheid) (Brugge) (fysica) 44 sp.
• Educatieve bachelor in het secundair onderwijs (Brugge) (fysica) 180 sp.