Erasmus+ (20 SP) (B-VIVN-B3P061)
Doelstellingen
LEARNING OUTCOMES
1. De Bachelor in het onderwijs begeleidt leerlingen in complexe school- en klascontexten bij hun leer- en ontwikkelingsproces. Rekening houdend met de beginsituatie van de klasgroep en de belevingswereld van het individuele kind zorgt hij voor gepaste begeleiding, formuleert hij algemene en concrete doelen, selecteert hij passende leerinhouden en leerervaringen, aangepaste ontwikkelingsmaterialen, werk- en groeperingsvormen. Hij functioneert autonoom en gebruikt hiervoor het Standaardnederlands.
3. De Bachelor in het onderwijs heeft een grondig inzicht in de brede ontwikkeling van het kind en beheerst de basiskennis m.b.t. inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Nederlands, wiskundige initiatie, wereldoriëntatie, muzische vorming en lichamelijke opvoeding, en leergebiedoverschrijdende thema’s. Hij hanteert een kritische, geïntegreerde en mediawijze aanpak en volgt recente ontwikkelingen op.
5. De Bachelor in het onderwijs stuurt zijn functioneren bij en innoveert aan de hand van een systematische, kritische reflectie op de eigen professionele praktijk vanuit relevante theoretische denkkaders en inzichten uit onderwijsonderzoek.
7. De Bachelor in het onderwijs werkt teamgericht en neemt in het schoolteam mee de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het schoolbeleid.
9. De Bachelor in het onderwijs neemt deel aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema’s en over het beroep van de leraar en zijn plaats in de samenleving, ook in internationaal perspectief.
10. De Bachelor in het onderwijs denkt kritisch en met een open geest na over ontwikkelingen op het sociaal-politieke, sociaaleconomische, levensbeschouwelijke, cultureel-esthetische en cultureel-wetenschappelijke terrein.
DOELSTELLINGEN
Na het voltooien van “ERASMUS+ L ” kan de student stil staan bij de competenties van de beginnende leraar. De competenties zullen verder gerealiseerd worden afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en overeenkomstig de noden ende behoeften van de studieperiode in het buitenland en van de student zelf. De competenties zijn afhankelijk van het gevolgde programma (opleidingsonderdelen of stage).
•De student kan voor zichzelf competenties selecteren en deze concretiseren in werkpunten en actiepunten.
•De student kan reflecteren op zijn/haar groeiproces in die competenties/werkpunten/actiepunten
INTERNATIONALE COMPETENTIES
ICOMS 1 - TAALCOMPETENTIES
a. Vaardigheden : begrijpen lezen spreken schrijven
b. b Groeien in taal (woordenboek)
ICOMS 2 - INTERCULTURELE COMPETENTIES
a. Culturele zelfkennis
b. Culturele flexibiliteit
c. Culturele ontvankelijkheid
d. Culturele relationele competentie
e. Culturele communicatieve competentie
f. Culturele conflicthantering
g. Multiperspectiviteit
ICOMS 3 - GLOBAAL ENGAGEMENT
a. Internationale oriëntatie
b. Opinievorming
c. Actieve maatschappelijke betrokkenheid
d. Inzet voor maatschappelijk betrokken organisaties
ICOMS 4 - PERSOONLIJKE GROEI
a. zelfstandigheid
b. sociale en communicatieve vaardigheden
c. zelfvertrouwen
d. flexibiliteit
e. openheid
f. creativiteit
g. duidelijk toekomstbeeld
h. emotionele stabiliteit
ICOMS 5 - INTERNATIONALE VAKKENNIS
a. je vakgebied in een internationale context kunnen plaatsen
b de cultuurgebondenheid van zijn discipline zien (zie ook competentie 3)
c. kennis hebben van de beroepsuitoefening in andere landen
d. internationale organisaties relevant voor de discipline kennen
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
B3P062 : stage: kleuteronderwijs 3b (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve bachelor in het kleuteronderwijs (Brugge) (Erasmus+ L) 180 sp.
- Educatieve bachelor in het lager onderwijs (Brugge) (Erasmus+ L) 180 sp.
- Educatieve bachelor in het secundair onderwijs (Brugge) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
20 sp. Erasmus+ (20SP) (B-VIVN-B5P052)
Inhoud
De inhoud wordt bepaald door de 'host institution'.
Studiemateriaal
Het studiemateriaal wordt bepaald door de 'host institution'.
Toelichting werkvorm
De toelichting werkvorm wordt bepaald door de 'host institution'.
Evaluatieactiviteiten
Erasmus+ (20SP) (B-VIVN-B70417)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Dit wordt bepaald door de host institution.
Toelichting bij herkansen
Er is geen tweede examenkans.
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Zie hiervoor bepalingen OER art 50