Verplicht in fase
Optioneel in fase
Tweede semester
Beide semesters
Dit jaar
Volgend jaar
Wisselende jaren
Extern
Voorwaarden
Identieke opleidingsonderdelenSchakelmomenten voor kleuters (B-VIVN-B3PA33)
Hardyns Linsey (coördinator) | De Jaegher Ann | Hardyns Linsey | N. Doelstellingen
3.b.4 De lerenden uitdagen om eigen doelstellingen te bepalen en de lat voor zichzelf hoog te leggen.
3.c.1 Krachtige, uitdagende leer- en ontwikkelingsomgevingen doelgericht ontwerpen op maat van (groepen) lerenden met o.a. oog voor variatie, differentiatie, vakoverschrijdende aanpak, zinvolle ICT-integratie, talen, actualiteit, EDO-principes, …
3.c.5 Bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving een gestructureerde en stimulerende leef-, werk- en leerruimte bevorderen met aandacht voor een efficiënt les- en dagverloop passend in een korte- en langetermijnplanning.
3.e.6 Lerenden motiveren om door te zetten, zichzelf uit te dagen en de lat voor zichzelf hoog te leggen.
1.1 De vakinhoudelijke en vakdidactische kennis, vaardigheden, attitudes en competenties beheersen, inzetten, verfijnen, actualiseren, verdiepen en verbreden.
1.4 De (vak)inhouden kaderen in een groter maatschappelijk en internationaal geheel.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
5 sp. Schakelmomenten voor kleuters (B-VIVN-B5PA33)
NederlandsWerkvorm: College-practicum-opdracht
18 uren
Eerste semesterDe Jaegher Ann | Hardyns Linsey | N. Inhoud
De kleuterperiode gaat gepaard met twee belangrijke schakelmomenten: de overgang naar de peuterklas en de overgang naar het 1ste leerjaar.
Deze momenten of overgangen vragen een specifieke aanpak van de kleuterleerkracht.
Peuters vormen een bijzondere groep binnen de kleuterschool. Deze allerkleinsten vragen een goede organisatie, een extra portie zorg en verzorging, een extra portie beweegruimte, een extra portie creativiteit, kortom er is een extra portie didactiek nodig voor de kleuterleerkracht in wording. Je wordt ondergedompeld in aanpak, werkvormen en manieren om de peuters op de juiste manier te begeleiden. Deze inhoud zal je goed kunnen gebruiken tijdens je peuterstage.
Binnen de opdracht van een kleuteronderwijzer(es) is het voorbereiden van kleuters op de lagere school eveneens een specifieke zorg. Om twee redenen zal deze module je hierop voorbereiden én inspireren. Enerzijds is het de opdracht van een kleuteronderwijzer om de kleuters voor te bereiden op de lagere school. Anderzijds mogen kleuteronderwijzers lesgeven in de eerste graad. Een degelijke voorbereiding is dan ook onontbeerlijk.
Je maakt kennis met de specifieke didactiek van het aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven in het eerste leerjaar. Daarnaast staan we stil bij de vraag hoe we een soepele overgang tussen kleuter en lager kunnen organiseren. In een eerste leerjaar is het bijzonder belangrijk om een warme pedagogische sfeer te creëren in de klas. Dit kan alleen maar door ook de motorische ontwikkeling, de muzische ontwikkeling én de speelse aanpak heel wat ademruimte te geven. Via een cocktail van hoorcolleges, observaties in het werkveld, samenwerking met studenten uit de bachelor lager onderwijs, inspiratielessen en een gemeenschappelijke stageweek met een student ebalo krijg je een stevige onderdompeling in deze wereld.
Studiemateriaal
Aanvullend studuemateriaal via Toledo
Toelichting werkvorm
Gastcollege - Groepswerk - Hoorcollege - Oefensessie
Lessen wisselen af met observaties in het werkveld, gastcolleges, samenwerking en stage.
Evaluatieactiviteiten
Schakelmomenten voor kleuters (B-VIVN-B80559)
Toelichting
| Examenmoment | Beoordelingsschaal |
|---|---|
| TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
20%: stage
80%: mondeling examen
Het mondeling examen bestaat uit een geïntegreerde competentieproef waarbij de student beoordeeld wordt enerzijds op basis van de stage en anderzijds op basis van theoretische kennis.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
20% stage: kan niet hernomen worden dus blijft de score behouden
80% mondeling examen
Het mondeling examen bestaat uit een geïntegreerde competentieproef waarbij de student beoordeeld wordt enerzijds op basis van de stage en anderzijds op basis van theoretische kennis.