Psychotherapeutische modellen (B-VIVN-B3D775)
Doelstellingen
Leerresultaat 1: Bouwt autonoom binnen een omgeving die zich kenmerkt door diversiteit een professionele relatie op met de zorgvrager die gericht is op het somatisch, sociaal, psychisch en existentieel welbevinden van deze, zowel in vertrouwde, als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.
Indicator 1.2: Respectvol handelen, rekening houdend met de behoeften, gevoelens en de culturele, existentiële en/of maatschappelijke context van de zorgvrager
1.2.4 De student houdt in zijn handelen expliciet rekening met de behoeften, de gevoelens en de culturele, existentiële of maatschappelijke context van de zorgvrager en past dit toe in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.
Leerresultaat 2: De professionele bachelor verpleegkunde verleent evidence-based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving
Indicator 2.2: Gegevens uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengen, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen.
2.2.4 de student verzamelt op eigen initiatief alle gegevens uit verschillende bronnen, brengt ze met elkaar in verband en beoordeelt ze kritisch. Hij trekt er conclusies uit om, op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.
Indicator 2.4: Haalbare en concrete doelstellingen bepalen, hierin prioriteiten stellen en voortdurend bijsturen in alle fasen van het zorgtraject.
2.4.4 de student bepaalt haalbare en concrete doelstellingen, stelt hierin prioriteiten en stuurt ze voortdurend bij in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties
Leerresultaat 3: Verleent zowel in eenvoudige als complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen in de concrete handelingen.
Indicator 3.5: Zijn handelen aanpassen in wisselende situaties binnen de zorgcontext.
3.5.4 De student past binnen de zorgcontext zijn handelen aan in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.
Leerresultaat 6: Ontwikkelt op basis van theoretische kaders, internationale referenties, maatschappelijke context en ervaring zowel een visie op verpleegkunde als een constructief-kritische ingesteldheid.
Indicator.6.1: De persoonlijk ontwikkelde visie op verpleegkunde op basis van verpleegkundige kaders en modellen aftoetsen aan de visie van de organisatie en aan de praktijkervaringen.
6.1.4 De student toetst zijn persoonlijke visie op verpleegkunde kritisch af aan de visie van een organisatie en aan zijn praktijkervaringen.
Leerresultaat 7: De professionele bachelor verpleegkunde bouwt intra- en interprofessionele relaties op en werkt efficiënt samen in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen
Indicator 7.2: Open staan voor de mening van de verschillende teamleden en zich als verpleegkundige professioneel profileren t.o.v. andere teamleden en de organisatie.
7.2.4 de student profileert zich professioneel als verpleegkundige t.o.v. andere teamleden en de organisatie.
Leerresultaat 13: Draagt als autonome professional actief bij tot de profilering van het beroep en staat kritisch ten opzichte van maatschappelijke evoluties en het economisch, sociaal en ethisch beleid.
Indicator 13.2: Het effect van economisch, sociaal en ethisch beleid op eigen werksituaties analyseren.
13.2.4 De student analyseert het effect van het economisch, sociaal en ethisch beleid op de eigen werksituatie.
Leerresultaat 14: Reflecteert continu op het eigen verpleegkundig handelen, analyseert zijn leerbehoeften en vertaalt deze autonoom in initiatieven tot professionalisering en evenwichtig functioneren.
Indicator 14.1: Reflecteren over het eigen functioneren en analyseren van eigen leerbehoeften. De grenzen van de eigen deskundigheid herkennen en erkennen.
14.1.4. De student (h)erkent de grenzen van zijn eigen deskundigheid en formuleert aan de hand van zelfreflectie en feedback zijn eigen vormingsbehoeften in het kader van zijn professionele ontwikkeling.
Leerresultaat 15: De professionele bachelor is creatief, ondernemend en ondersteunt duurzaamheid in zorg- en welzijnsorganisaties.
Indicator 15.1: Creatief en probleemoplossend denken en handelen
15.1.4 de student brengt zelfstandig creatieve en zinvolle oplossingen aan voor diverse problemen in een zorgcontext.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Psychotherapeutische modellen (B-VIVN-B5D775)
Inhoud
Volgende zaken komen inhoudelijk aan bod:
- Wat is psychotherapie? Wat is de werkzaamheid van psychotherapie?
- Ontstaan en ontwikkelingen van iedere psychologische benaderingswijze
- Theoretische uitgangspunten
- Praktijk:
- Methodiek en therapeutische stijl
- Indicaties voor een bepaalde therapeutische stroming
- Therapeutische toepassingen voor de verpleegkundige
- Kanttekeningen
- Beeldvorming
- Psychologische begeleiding
Volgende stromingen komen aan bod:
- Psychodynamische benaderingen
- Cognitieve gedragstherapie
- Systeemgerichte therapie
- Cliëntgestuurde therapie
- Krachtgerichte therapie
Studiemateriaal
Cursus
Ppt presentatie
Losbladige documenten die via Toledo worden aangeboden
Toelichting onderwijstaal
Nederlands
Toelichting werkvorm
Lessen omvatten enerzijds korte theoretische duiding en vervolgens toepassing van het werken binnen een bepaald model.
Daarnaast komen enkele gastsprekers langs die bepaalde modellen extra uitdiepen, toepassen en doen ervaren.
In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de contactmomenten op de campus deels of volledig vervangen worden door een digitaal alternatief.
Evaluatieactiviteiten
Psychotherapeutische modellen (B-VIVN-B78267)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Het mondelinge examen bestaat uit enkele verdiepende vragen omtrent de geziene leerstof. Theorie en de toepassing van de theorie binnen de verpleegkundige praktijk zijn daarbij de focuspunten. Er wordt voorbereidingstijd voorzien, vragen worden vooraf getrokken.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.