Intensieve zorg (B-VIVN-B3D771)

3 studiepuntenNederlands20 urenEerste semesterEerste semester
Seynaeve Simon (coördinator) |  Buysschaert Fauve |  Callens Bert |  Lammens Elisabeth |  Logie Dennis |  Planckaert Kurt |  Seynaeve Simon |  Taghon Dries |  Vandecaveye Ilse |  Vincke Birgit |  N.  | MinderMeer
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

Leerresultaat 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.

Indicator 2.2: Gegevens uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengen, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen.

2.2.4 De student verzamelt op eigen initiatief alle gegevens uit verschillende bronnen, brengt ze met elkaar in verband en beoordeelt ze kritisch. Hij trekt er conclusies uit om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.

Indicator 2.3: Verpleegproblemen bepalen op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgvrager op somatisch, psychisch, sociaal en existentieel vlak

2.3.4 De student bepaalt zelfstandig verpleegproblemen in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgontvanger.

Indicator 2.4: Haalbare en concrete doelstellingen bepalen, hierin prioriteiten stellen en voortdurend bijsturen in alle fasen van het zorgtraject.

2.4.4 De student bepaalt haalbare en concrete doelstellingen, stelt hierin prioriteiten en stuurt ze voortdurend bij in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.

Indicator 2.5: In overleg met de zorgvrager geïndividualiseerde zorgplannen opmaken, toepassen en evalueren.

2.5.3 De student maakt in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties geïndividualiseerde zorgplannen op in overleg met de zorgontvanger, past ze toe en evalueert ze.

Indicator 2.6: Vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen het eigen handelen verantwoorden in diverse zorgsituaties.

2.6.3 De student verantwoordt in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties zijn eigen handelen vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen.

Indicator 2.7: De zorg autonoom proactief verlenen.

2.7.4 De student verleent autonoom en op een proactieve manier de zorg in complexe en gespecialiseerde situaties.

Leerresultaat 3: Verleent zowel in vertrouwde als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen in de concrete handelingen.

Indicator 3.1: Correcte en relevante informatie geven aan de zorgvrager over zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven

3.1.4 De student geeft aan de zorgontvanger correcte en relevante informatie over verpleegkundige handelingen, zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Indicator 3.2: Verpleegkundige verstrekkingen en medische voorschriften stipt en doordacht uitvoeren volgens procedures en protocollen afgestemd op de zorgvrager.

3.2.4 De student voert de aangeleerde verpleegkundige verstrekkingen en medische voorschriften stipt en doordacht uit volgens de procedures en protocollen afgestemd op de zorgontvanger in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties

Indicator 3.3: Verpleegkundige handelingen uitvoeren volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie).

3.3.4 De student voert de aangeleerde verpleegkundige handelingen uit volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie) in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Indicator 3.4 De effecten van eigen uitgevoerde verpleegkundige handelingen evalueren en bijsturen.

3.4.3 De student evalueert zelfstandig de effecten van verpleegkundige handelingen en stuurt ze bij.

Indicator 3.5: Zijn handelen aanpassen in wisselende situaties binnen de zorgcontext.

3.5.4 De student past binnen de zorgcontext zijn handelen aan in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties

Leerresultaat 4: Neemt, vanuit een visie op empowerment en shared decision making, autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. Organiseert op methodische wijze gezondheidsbevordering en patiënten educatie aan individuen en groepen. Stimuleert een gezondheid bevorderend gedrag bij de zorgvrager(s).

Indicator 4.1: De gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de individuele zorgvrager of een groep herkennen en definiëren rekening houdend met de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond van de zorgvrager(s), zijn voorkennis, leerstijl en bevorderende en belemmerende factoren.

4.1.4 De student inventariseert zelfstandig de beginsituatie van een individuele zorgontvanger en/of een groep en herkent en definieert zelfstandig gezondheidsrisico’s, gezondheidsrisico's of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering in niet -vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Leerresultaat 8: Communiceert op een efficiënte en gestructureerde wijze zowel mondeling als schriftelijk over de zorgrelatie, de zorginhoud en het zorgproces met alle betrokkenen in de vakterminologie en aangepast aan de gesprekspartner.

Indicator 8.1: De essentie van de zorgsituatie op een gestructureerde wijze schriftelijk en mondeling rapporteren.

8.1.3 De student rapporteert de essentie van de zorgsituatie over een uitgebreide groep patiënten en betrokkenen gestructureerd in verschillende situaties.

Leerresultaat 9: Organiseert en coördineert autonoom en in overleg met andere zorgverstrekkers intra-, trans- en extramurale zorg.

Indicator 9.1 In samenspraak met de zorgvrager en zijn context de nood aan coördinatie van de zorg inventariseren.

9.1.4 De student inventariseert de nood aan coördinatie van zorg in samenspraak met de zorgontvanger en rekening houdend met de context.

Internationale competenties

  • Taalvaardigheid: een tekst geschreven in een andere taal begrijpen

De student begrijpt teksten geschreven in minstens één andere taal dan zijn moedertaal en gerelateerd aan zijn studiegebied en kan er de belangrijkste gedachtegangen van weer te geven. De student kan een geschreven tekst in een vreemde taal begrijpen.

  • Interculturele competentie: culturele ontvankelijkheid:

De student luistert naar de visie en de deskundigheid van de ander en aanvaardt tevens de relativiteit van de eigen visie en ideeën

  • Persoonlijke groei: zelfstandig functioneren

De student voert op zijn werk en/of stage op een zelfstandige manier zijn taken uit.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Intensieve zorg (B-VIVN-B5D771)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-practicum20 urenEerste semesterEerste semester
Buysschaert Fauve |  Callens Bert |  Lammens Elisabeth |  Logie Dennis |  Planckaert Kurt |  Seynaeve Simon |  Taghon Dries |  Vandecaveye Ilse |  Vincke Birgit |  N.  | MinderMeer
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

In dit OPO maakt de student kennis met diverse aspecten van een intensieve zorgen (IZ) eenheid. Er wordt gestart vanuit een globale situering van wat een intensieve zorgen eenheid is en wat de impact is van een IZ opname op zowel de zorgontvanger als zijn naasten.

In verschillende onderwijsactiviteiten wordt dieper ingegaan op wat een volwassen kritiek zieke zorgontvanger kan zijn en de achterliggende pathofysiologie is met daarbij horende casuïstiek:

  • Kritieke zorg Respiratoir
  • Kritieke zorg Externe Ventrikel Drainage (EVD)
  • Medicatiebeleid op IZ
  • Advanced Life Support (ALS)
  • Kritieke zorg Brandwonden
  • Post intensive Care syndroom

  • Syllabus/PowerPointpresentaties ter beschikking gesteld door de (gast)docent (Toledo /verplicht).
  • Aanbevolen literatuur/linken te vinden per lesonderdeel of PP-presentatie.

Nederlands

Hoorcolleges, casuïstiek, vaardigheidstraining

In uitzonderlijke omstandigheden kan een deel van de contactmomenten op de campus vervangen worden door een online alternatief.

Evaluatieactiviteiten

Intensieve zorg (B-VIVN-B78263)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

100% schriftelijk gesloten boek examen

Rekenvaardigheden sluiten nauw aan bij de kennis en vaardigheden die aan bod komen in dit opleidingsonderdeel / deze onderwijsleeractiviteiten kunnen dus ook meegenomen worden in de evaluatie-activiteit(en).

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.