Hoogtechnologische zorg bij de pasgeborene (B-VIVN-B3D766)

3 studiepuntenNederlands20 urenEerste semesterEerste semester
Vuylsteke Anne-Lise (coördinator) |  Pisvin Laurence |  Vuylsteke Anne-Lise |  N.
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

Leerresultaat 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.

Indicator 2.1: Verantwoordelijkheid opnemen bij het verlenen van verpleegkundige zorg volgens de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving

2.1.4 De student neemt verantwoordelijkheid op bij het verlenen van zorg in niet-vertrouwde, complexe en gespecialieerde situaties en gaat kritisch om met de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.

Indicator 2.2: Gegevens uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengen, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen.

2.2.4: De student verzamelt op eigen initiatief alle gegevens uit verschillende bronnen, brengt ze met elkaar in verband en beoordeelt ze kritisch. Hij trekt er conclusies uit om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.

Indicator 2.3: Verpleegproblemen bepalen op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgontvanger op somatisch, psychisch, sociaal en existentieel vlak

2.3.4: De student bepaalt zelfstandig verpleegproblemen in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgontvanger.

Indicator 2.4: Haalbare en concrete doelstellingen bepalen, hierin prioriteiten stellen en voortdurend bijsturen in alle fasen van het zorgtraject.

2.4.4: De student bepaalt haalbare en concrete doelstellingen, stelt hierin prioriteiten en stuurt ze voortdurend bij in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.

Indicator 2.5: In overleg met de zorgontvanger geïndividualiseerde zorgplannen opmaken, toepassen en evalueren.

2.5.3: De student maakt in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties geïndividualiseerde zorgplannen op in overleg met de zorgontvanger, past ze toe en evalueert ze.

Indicator 2.6: Vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen het eigen handelen verantwoorden in diverse zorgsituaties.

2.6.3: De student verantwoordt in complexe en gespecialiseerde zorgsituaties zijn eigen handelen vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen.

Indicator 2.7: De zorg autonoom proactief verlenen.

2.7.4: De student verleent autonoom en op een proactieve manier de zorg in complexe en gespecialiseerde situaties.

Leerresultaat 3: Verleent zowel in vertrouwde als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties zorgontvangergerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de zorgontvanger te waarborgen in de concrete handelingen.

Indicator 3.1: Correcte en relevante informatie geven aan de zorgontvanger over zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven

3.1.4: De student geeft aan de zorgontvanger correcte en relevante informatie over verpleegkundige handelingen, zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Indicator 3.2: Verpleegkundige verstrekkingen en medische voorschriften stipt en doordacht uitvoeren volgens procedures en protocollen afgestemd op de zorgontvange

3.2.4:De student voert de aangeleerde verpleegkundige verstrekkingen en medische voorschriftenstipt en doordacht uit volgens de procedures en protocollen afgestemd op de zorgontvanger in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties

Indicator 3.3: Verpleegkundige handelingen uitvoeren volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie).

3.3.4 De student voert de aangeleerde verpleegkundige handelingen uit volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, comfort, beleving, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie) in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Indicator 3.4: De effecten van eigen uitgevoerde verpleegkundige handelingen evalueren en bijsturen.

3.4.3 De student evalueert zelfstandig de effecten van verpleegkundige handelingen en stuurt ze bij.

Indicator 3.5: Zijn handelen aanpassen in wisselende situaties binnen de zorgcontext.

3.5.4. De student past binnen de zorgcontext zijn handelen aan in niet-vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Leerresultaat 4: Neemt, vanuit een visie op empowerment en shared decision making, autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. Organiseert op methodische wijze gezondheidsbevordering en patiënteneducatie aan individuen en groepen. Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgontvanger(s).

Indicator 4.1: De gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de individuele zorgontvanger of een groep herkennen en definiëren rekening houdend met de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond van de zorgontvanger(s), zijn voorkennis, leerstijl en bevorderende en belemmerende factoren.

4.1.4: De student inventariseert zelfstandig de beginsituatie van een individuele zorgontvanger en/of een groep en herkent en definieert zelfstandig gezondheidsrisico’s, gezondheidsrisico's of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering in niet -vertrouwde, complexe en gespecialiseerde situaties.

Leerresultaat 8: Communiceert op een efficiënte en gestructureerde wijze zowel mondeling als schriftelijk over de zorgrelatie, de zorginhoud en het zorgproces met alle betrokkenen in de vakterminologie en aangepast aan de gesprekspartner.

Indicator 8.1: De essentie van de zorgsituatie op een gestructureerde wijze schriftelijk en mondeling rapporteren

8.1.1 De student rapporteert de essentie van de zorgsituatie over een uitgebreide groep patiënten en betrokkenen gestructureerd in verschillende situaties. De student rapporteert de essentie van de zorgsituatie over een uitgebreide groep patiënten en betrokkenen gestructureerd in verschillende situaties.

Indicator 8.2: Een professionele en eenduidige woordkeuze hanteren.

8.2.3 De student hanteert een professionele en eenduidige woordkeuze ten aanzien van meerdere betrokkenen in een niet-vertrouwde situatie.

INTERNATIONALE COMPETENTIES (ICOMS)

Taalvaardigheid - Gesproken tekst in een vreemde taal (Engels) kunnen begrijpen.

De student begrijpt een langer betoog en lezingen, gesproken in minstens één andere taal dan zijn moedertaal en gerelateerd aan zijn studiegebied, en kan er de belangrijkste gedachtegangen van weergeven.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Hoogtechnologische zorg bij de pasgeborene (B-VIVN-B5D766)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-opdracht20 urenEerste semesterEerste semester
Pisvin Laurence |  Vuylsteke Anne-Lise |  N.
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

  • Respiratoire aanpak van een zieke pasgeborene
  • Cardiale – en circulatoire aanpak van een zieke pasgeborene
  • Neurologische aanpak van een zieke pasgeborene
  • De organisatie van een NICU (Neonatal Intensive Care Unit)
  • Opname en opvang van een zieke pasgeborene
  • Voeding – en vochtbeleid
  • Infecties op de neonatologie
  • Farmacologie op een NICU
  • Ontwikkelingsgerichte zorg en ouderparticipatie
  • Casuïstiek van de kritiek zieke neonaat

  • Syllabus
  • PowerPointpresentatie (Ingesproken bij les OFF – campus)
  • Film – en fotomateriaal

Nederlands

Begeleide zelfstudie - Groepsopdracht - Hoorcollege

Elke lesdag bestaat uit een hoorcollege waarbij er een specifiek neonataal thema wordt gedoceerd. Na elke lesdag is de student in staat om professioneel te handelen in verpleegkundige observaties, interventies en begeleiding binnen de neonatale setting.

Op de laatste lesdag worden twee lesuren voorzien als integratiemoment van theorie en casuïstiek.

In uitzonderlijke omstandigheden kan een deel van de contactmomenten op de campus vervangen worden door een online alternatief.

Evaluatieactiviteiten

Hoogtechnologische zorg bij de pasgeborene (B-VIVN-B78261)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Rekenmachine

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

100% schriftelijk examen

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.