relationele ontwikkeling 3 (B-VIVN-B3D564)

3 studiepuntenNederlands21 urenBeide semestersBeide semesters
Verkest Annelies (coördinator) |  Casteleyn Christophe |  Devreese Rosalie |  Verkest Annelies |  N.
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

Leerresultaat 1: Bouwt autonoom binnen een omgeving die zich kenmerkt door diversiteit een professionele relatie op met de zorgvrager die gericht is op het somatisch, sociaal, psychisch en existentieel welbevinden van deze, zowel in vertrouwde als in nietvertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.

Indicator 1.1 Een professionele vertrouwensrelatie opbouwen met de zorgontvanger.

1.1.3 De student bouwt in niet-vertrouwde zorgsituaties een professionele vertrouwensrelatie op met de zorgontvanger.

Indicator 1.2: Respectvol handelen, rekening houdend met de behoeften, gevoelens en de culturele, existentiële en/of maatschappelijke context van de zorgvrager

1.2.3 De student houdt in zijn handelen expliciet rekening met de behoeften, de gevoelens en de culturele, existentiële of maatschappelijke context van de zorgontvanger en past dit toe in niet-vertrouwde zorgsituaties.

Indicator 1.3: Een professionele relatie opbouwen met een zorgvrager met een specifieke culturele en/of maatschappelijke achtergrond

1.3.3 De student bouwt een professionele relatie op met een zorgontvanger met een specifieke culturele en/of maatschappelijke achtergrond.

Indicator 1.4: Communicatievaardigheden en gesprekstechnieken beheersen en doelgericht gebruiken.

1.4.3 De student beheerst de aangeleerde communicatievaardigheden en gesprekstechnieken in niet-vertrouwde zorgsituaties.

Leerresultaat 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.

Indicator 2.2: Gegevens uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengen, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen.

2.2.3 De student verzamelt op eigen initiatief alle gegevens uit verschillende bronnen, brengt ze met elkaar in verband en beoordeelt ze kritisch.

Leerresultaat 3: Verleent zowel in vertrouwde als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen in de concrete handelingen.

Indicator 3.1: Correcte en relevante informatie geven aan de zorgvrager over zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven

3.1.3 De student geeft aan de zorgontvanger correcte en relevante informatie over verpleegkundige handelingen, zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven in complexe situaties.

Leerresultaat 4: Neemt, vanuit een visie op empowerment en shared decision making, autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. Organiseert op methodische wijze gezondheidsbevordering en patiënteneducatie aan individuen en groepen. Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s).

Indicator 4.1: De gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de individuele zorgvrager of een groep herkennen en definiëren rekening houdend met de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond van de zorgvrager(s), zijn voorkennis, leerstijl en bevorderende en belemmerende factoren.

4.1.3 De student inventariseert zelfstandig de beginsituatie van een individuele zorgontvanger en/of een groep en herkent en definieert zelfstandig gezondheidsrisico’s, gezondheidsrisico's of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering in niet -vertrouwde situaties.

Indicator 4.2: De gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties met de zorgvrager(s) met behulp van relevante informatiekanalen en voorlichtingsmiddelen bespreken en hem, rekening houdend met zijn verwachting en beleving, adviseren en motiveren in zijn keuzes i.v.m. gezondheid, gezondheidsgedrag, autonomie en levenskwaliteit.

4.2.3 De student gebruikt relevante informatiekanalen en voorlichtingsmiddelen en past gespreksvaardigheden toe bij het geven van informatie, het motiveren en adviseren van zorgontvangers over het gezondheidsprobleem in matig complexe zorgsituaties.

Leerresultaat 5: Reflecteert over de eigen waarden en normen en deze van de zorgvrager en over hoe deze het professioneel handelen als verpleegkundige beïnvloeden. Handelt op ethisch verantwoorde wijze. Vervult een voorbeeldfunctie voor anderen.

Indicator 5.3: als pleitbezorger optreden voor de zorgvrager

5.3.3 De student gaat actief op zoek naar de noden en verwachtingen van de zorgontvanger en stelt ze bespreekbaar in het team.

Leerresultaat 6: Ontwikkelt op basis van theoretische kaders, internationale referenties, maatschappelijke context en ervaring zowel een visie op verpleegkunde als een constructief-kritische ingesteldheid.

Indicator.6.1: De persoonlijk ontwikkelde visie op verpleegkunde op basis van verpleegkundige kaders en modellen aftoetsen aan de visie van de organisatie en aan de praktijkervaringen

6.1.3 De student bespreekt de aangebrachte verpleegkundige referentiekaders en stuurt zijn eigen visie op basis van deze referentiekaders bij.

Leerresultaat 11: Instrueert, coacht en geeft leiding aan leden van een gestructureerd team.

Indicator 11.3: Samenwerking bevorderen.

11.3.3 De student analyseert de groepsdynamica tijdens het werken in groep.

ICOMs

PERSOONLIJKE GROEI

samenwerken en netwerken De student legt in werkgerelateerde settings gemakkelijk contact met collega’s, cliënten en andere stakeholders, kan duidelijk communiceren en functioneert in teamverband.

zelfvertrouwen hebben De student durft verantwoordelijkheid te dragen en gaat uitdagingen op zijn werk of stage aan op basis van een realistisch inzicht in het eigen kunnen

zich flexibel opstellen De student wijkt indien nodig af van zijn planning en speelt in op onverwachte gebeurtenissen

creativiteit tonen De student bedenkt innovatieve oplossingen voor problemen die zich tijdens het werk of de stage stellen

zich handhaven in stressvolle situaties In stressvolle werkgerelateerde situaties heeft de student voldoende draagkracht en copingsvaardigheden om ofwel zijn professioneel handelen te handhaven ofwel gepaste ondersteuning te zoeken.

INTERCULTURELE COMPETENTIES

culturele flexibiliteit De student past indien nodig zijn gedrag en communicatiestijl aan in interculturele situaties, en verkent gedragsalternatieven.

culturele veerkracht De student gaat op constructieve wijze om met de moeilijkheden en de negatieve gevoelens die met interculturele ontmoetingen gepaard kunnen gaan

culturele ontvankelijkheid De student luistert naar de visie en de deskundigheid van de ander en aanvaardt tevens de relativiteit van de eigen visie en ideeën.

culturele kennis De student verwerft kennis over andere culturen en wendt deze kennis in een aangepaste manier aan met respect voor de uniciteit van iedere individuele persoon.

culturele relationele competentie In interculturele situaties bouwt de student een werkrelatie op met collega's, cliënten en andere stakeholders en draagt bij aan een sfeer van vertrouwen.

culturele communicatieve competentie De student onderzoekt de specifieke kenmerken van zijn eigen communicatiestijl, remedieert deze indien nodig en verkent de communicatiestijl van de ander.

culturele conflicthantering De student beschouwt interculturele conflicten als leerkansen en is zich bewust van de eigen conflicthanteringsstijl.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. relationele ontwikkeling 3 (B-VIVN-B5D564)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum-opdracht21 urenBeide semestersBeide semesters
Casteleyn Christophe |  Devreese Rosalie |  Verkest Annelies |  N.
VIVES N POC PBA Verpleegkunde

Verdiepen in relationele vaardigheden in de volgende situaties:

· De-escalerende vaardigheden bij grensoverschrijdend gedrag en agressie

· Relationele vaardigheden bij suïcidaliteit

· Groepsdynamica op teamvlak : leven en werken in groepen, situationeel leiderschap, vergaderen

*Coachende vaardigheden

*Conflicthantering

Casteleyn C.,  Mestdagh J., Verkest A. (2023). Relationele ontwikkeling 3 (niet gepubliceerde syllabus). Brugge, Kortrijk, Roeselare: VIVES-syllabus

Online module i.v.m conflicthantering (Devreese, R)

Losbladig lesmateriaal (presentaties) op Toledo

Werkcolleges, take home toets (opdracht i.v.m het hoofdstuk groepsdynamica) en online pakket (conflicthantering)

De gebruikte werkvormen worden aangeboden in een mix van on campus en off campus activiteiten. In uitzonderlijke omstandigheden kan een deel van de contactmomenten op de campus vervangen worden door een online alternatief.

Evaluatieactiviteiten

relationele ontwikkeling 3 (B-VIVN-B77046)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Take-home
Vraagvormen : Open vragen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Het mondeling examen bestaat uit 2 delen:

  • Toelichting take home toets (50%)
  • Open vragen (50%)

Bijzondere bepaling:

Het mondeling examen omvat de presentatie van een take home toets en een examenvraag. Ingeval de student de take home toets niet mee heeft naar het mondeling examen krijgt hij voor het onderdeel "toelichting take home toets"  een "0- score"​

 

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.

100% Mondeling examen met open vragen