Specifieke zorgverlening: geestelijke gezondheidszorg (B-VIVN-B3D531)
Doelstellingen
Leerresultaat 1: Bouwt autonoom binnen een omgeving die zich kenmerkt door diversiteit een professionele relatie op met de zorgvrager die gericht is op het somatisch, sociaal, psychisch en existentieel welbevinden van deze, zowel in vertrouwde als in niet vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties.
Indicator 1.2: Respectvol handelen, rekening houdend met de behoeften, gevoelens en de culturele, existentiële en/of maatschappelijke context van de zorgvrager
1.2.2 De student houdt in zijn handelen expliciet rekening met de behoeften, de gevoelens en de culturele, existentiële of maatschappelijke context van de zorgvrager en past dit toe in matig vertrouwde en matig complexe zorgsituaties.
Leerresultaat 2: Verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheids- en ondernemingszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving.
Indicator 2.2: Gegevens uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengen, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken om op een wetenschappelijk gefundeerde, praktijkrelevante en kwaliteitsvolle manier zorg te verlenen.
2.2.2 De student verzamelt alle gegevens die nodig zijn om praktijkrelevante en wetenschappelijk gefundeerde zorg te verlenen en beoordeelt ze met een zekere mate van zelfstandigheid kritisch in matig complexe zorgsituaties.
Indicator 2.3: Verpleegproblemen bepalen op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgvrager op somatisch, psychisch, sociaal en existentieel vlak
2.3.2 De student bepaalt met een zekere mate van zelfstandigheid verpleegproblemen in matig complexe zorgsituaties op basis van de observatie en de analyse van symptomen, klachten, zorgbehoeften en de beleving van de zorgvrager.
Indicator 2.4: Haalbare en concrete doelstellingen bepalen, hierin prioriteiten stellen en voortdurend bijsturen in alle fasen van het zorgtraject.
2.4.2 De student bepaalt haalbare en concrete doelstellingen en stuurt ze voortdurend bij in matig complexe zorgsituaties.
Indicator 2.5: In overleg met de zorgvrager geïndividualiseerde zorgplannen opmaken, toepassen en evalueren.
2.5.2 De student maakt in matig complexe zorgsituaties geïndividualiseerde zorgplannen op in overleg met de zorgvrager, past ze toe en evalueert ze.
Indicator 2.6: Vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen het eigen handelen verantwoorden in diverse zorgsituaties.
2.6.2 De student verantwoordt in matig complexe zorgsituaties zijn eigen handelen vanuit reflectie en inzicht in de verpleegkundige, biomedische en humane wetenschappen.
Indicator 2.7: De zorg autonoom proactief verlenen.
2.7.2 De student verleent de zorg in matig complexe situaties met een ruime mate van initiatief en proactiviteit.
Leerresultaat 3: Verleent zowel in vertrouwde als in niet-vertrouwde en/of complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en –gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de kwaliteit van zorg en de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen in de concrete handelingen.
Indicator 3.1: Correcte en relevante informatie geven aan de zorgvrager over zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven
3.1.2 De student geeft aan de zorgvrager correcte en relevante informatie over verpleegkundige handelingen, zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven in matig complexe en afgebakende situaties.
Leerresultaat 4: Neemt, vanuit een visie op empowerment en shared decision making, autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. Organiseert op methodische wijze gezondheidsbevordering en patiënteneducatie aan individuen en groepen. Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s).
Indicator 4.1: De gezondheidsrisico’s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de individuele zorgvrager of een groep herkennen en definiëren rekening houdend met de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond van de zorgvrager(s), zijn voorkennis, leerstijl en bevorderende en belemmerende factoren.
4.1.2 De student omschrijft de factoren die gezondheidsgedrag beïnvloeden en herkent en definieert zelfstandig gezondheidsproblemen, beïnvloedende factoren bij een gezondheidsprobleem en gezondheidsrisico’s in matig complexe en afgebakende situaties.
Leerresultaat 6: Ontwikkelt op basis van theoretische kaders, internationale referenties, maatschappelijke context en ervaring zowel een visie op verpleegkunde als een constructief-kritische ingesteldheid.
Indicator.6.1: De persoonlijk ontwikkelde visie op verpleegkunde op basis van verpleegkundige kaders en modellen aftoetsen aan de visie van de organisatie en aan de praktijkervaringen.
6.1.2 De student herkent en bespreekt de aangebrachte verpleegkundige referentiekaders in concrete situaties (casuïstiek/praktijk) en stuurt zijn eigen visie op basis van deze referentiekaders bij.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. specifieke zorgverlening: geestelijke gezondheidszorg (B-VIVN-B5D531)
Inhoud
Binnen dit OPO wordt stilgestaan bij de meest voorkomende pathologieën binnen de GGZ: stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, afhankelijkheid, angststoornissen & PTSS, psychose. We lichten volgende topics telkenmale toe: beleving, symptomatologie, verloop-verwachting-herstel, verpleegkundige aandachtspunten en begeleiding, behandeling.
Daarnaast leren studenten ook klinisch redeneren bij psychische problemen.
Deze cursus bouwt verder op de cursus van OLF 1: ‘Introductie in specifieke zorgbehoeften 1: Psychische kwetsbaarheid’.
Studiemateriaal
Losbladig lesmateriaal (presentaties) op Toledo
Casteleyn C. , Debyser B. , Devreese R. , Maerten T. , Maes I. , Mestdagh J. , Verkest A. (2023). Specifieke zorgverlening: geestelijke gezondheidszorg. Brugge, Kortrijk, Roeselare: VIVES-syllabus
Toelichting werkvorm
Interactieve hoorcolleges en werkcollege.
De gebruikte werkvormen worden aangeboden in een mix van on campus en off campus activiteiten. In uitzonderlijke omstandigheden kan een deel van de contactmomenten op de campus vervangen worden door een online alternatief.
Evaluatieactiviteiten
specifieke zorgverlening: geestelijke gezondheidszorg (B-VIVN-B76724)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
100% schriftelijk examen (open vragen en/of meerkeuzevragen)
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.