Werkveld beleving (B-VIVN-B1I082)

12 studiepuntenNederlandsEerste semesterEerste semester
Puttemans Lansen (coördinator) |  Calleeuw Pedro |  Puttemans Lansen |  N.
VIVES N POC AD Internet of Things

Domeinspecifieke Leerresultaten

  • DLR 01: De gegradueerde analyseert een IoT-opdracht en bedenkt, in samenspraak met de klant/gebruiker en/of met collega-experten, één of meerdere technische oplossingen. De gegradueerde bepaalt, selecteert en verzamelt de benodigde componenten.
  • DLR 02: De gegradueerde ondersteunt de IoT-ontwikkelaar door de IoT-opdracht praktisch uit te voeren. De gegradueerde configureert, optimaliseert, programmeert en installeert IoT-systemen
  • DLR 03: De gegradueerde test de IoT-systemen, levert het op en geeft instructies voor een correct en efficiënt gebruik.
  • DLR 04: De gegradueerde voert onderhoud uit op de bestaande IoT-systemen en wijzigt, vervangt of herstelt indien nodig.
  • DLR 05: De gegradueerde werkt met oog voor privacy en cyberveiligheid en kan countermeasures naar best practice implementeren.
  • DLR 06: De gegradueerde werkt constructief en flexibel samen in team voor het plannen en uitvoeren van de goedgekeurde IoT-opdracht en neemt hierin de gepaste verantwoordelijkheid op.
  • DLR 07: De gegradueerde documenteert zijn werkzaamheden en voorziet deze informatie conform de afspraken met de opdrachtgever.
  • DLR 08: In een sterk geglobaliseerde, internationale en meertalige beroepsomgeving communiceert de gegradueerde op een gepaste manier.
  • DLR 09: De gegradueerde ontwikkelt en verbetert via (zelf)reflectie continu de eigen vaardigheden en kennis, volgt evoluties in de snel veranderende IoT-wereld op en identificeert de behoefte aan eigen ontwikkelingsnoden.
  • DLR 10: De gegradueerde werkt met oog voor veiligheid, duurzaamheid en welzijn en past de relevante reglementeringen en normeringen toe.

Gedragsindicatoren

  • De student analyseert de IoT-opdracht en treedt hiervoor indien nodig in communicatie met de klant/gebruiker of collega experten. (1.1, niv 1)
  • De student bedenkt samen met de klant/gebruiker/collega de technische oplossing voor de IoT-opdracht. (1.2, niv 1)
  • De student selecteert en verzamelt de benodigde IoT-componenten. (1.3, niv1)
  • De student configureert een IoT-systeem. (2.1, niv 2)
  • De student optimaliseert een IoT-systeem. (2.2, niv 1)
  • De student programmeert een IoT-systeem. (2.3, niv 2)
  • De student installeert een IoT-systeem volgens de voorschriften. (2.4, niv 2)
  • De student test op een efficiënte manier een IoT-systeem uit en levert het op. (3.1, niv 2)
  • De student demonstreert de werking van een IoT-systeem. (3.2, niv 2)
  • De student geeft instructies over een correct en efficiënt gebruik van een IoT-systeem. (3.3, niv1)
  • De student detecteert een fout in een IoT-systeem. (4.1, niv 2)
  • De student wijzigt, vervangt en herstelt onderdelen van een IoT-systeem op een doeltreffende manier. (4.2, niv 2)
  • De student werkt met oog voor privacy. (5.1, niv 2)
  • De student past de afgesproken passende cyberveiligheidseisen toe. (5.2, niv 2)
  • De student implementeert countermeasures naar best practice. (5.3, niv 1)
  • De student overlegt in team over planning en uitvoering van de IoT-opdracht. (6.1, niv 1)
  • De student stelt zich flexibel op in zijn team voor het plannen en uitvoeren van de IoT-opdracht. (6.2, niv 1)
  • De student stelt zich constructief op in zijn team voor plannen en uitvoeren van de IoT-opdracht. (6.3, niv 1)
  • De student neemt zijn verantwoordelijkheid op bij de planning en uitvoering van de IoT-opdracht. (6.4, niv 1)
  • De student stelt een verslag op van de uitgevoerde taken. (7.1, niv 1)
  • De student rapporteert aan zijn team en de opdrachtgever conform de gemaakte afspraken. (7.2, niv 1)
  • De student communiceert schriftelijk op een gepaste manier met respect voor de omgeving. (8.1, niv 2)
  • De student communiceert mondeling op een gepaste manier met respect voor de omgeving. (8.2, niv 2)
  • De student volgt evoluties in IoT op. (9.1, niv 2)
  • De student schoolt zich waar nodig actief bij om zijn loopbaan richting te geven. (9.2, niv 1)
  • De student identificeert zijn eigen professionele sterktes, zwaktes en lacunes. (9.3, niv 1)
  • De student gaat aan de slag met professionele zwaktes en lacunes. (9.4, niv 1)
  • De student past de relevante reglementeringen en normeringen toe. (10.1, niv 2) 
  • De student maakt bewuste keuzes naar duurzaamheid. (10.2, niv 1)
  • De student maakt bewuste keuzes naar welzijn.(10.3, niv 1)
  • De student maakt bewuste keuzes naar veiligheid. (10.4 niv 2)

Attitudes

  • De student is stipt. (1,niv 2)
  • De student is verantwoordelijk voor gekregen opdrachten. (2, niv 2)
  • De student gaat professioneel om met vertrouwelijke informatie. (3, niv 2)
  • De student communiceert respectvol (4, niv 2)
  • De student werkt veilig. (5, niv 2)

Doelstellingen

Na het voltooien van het opleidingsonderdeel "Werkveld beleving" is de student in staat om:

  • zich een beeld vormen hoe het er in het werkveld aan toe gaat 
  • zich een beeld vormen van hoe een werkveld gestructureerd is. 
  • zich een beeld vormen van hoe het is om in team te werken.
  • een keuze maken uit de diverse werkvelden. 
  • diverse servicetechnische problemen herkennen.
  • een voorstel formuleren bij eenvoudige technische problemen.
  • een oplossing voorstellen bij repetitieve problemen.
  • zelfstandig repetitieve problemen oplossen.

Onderwijsleeractiviteiten

12 sp. Werkveld beleving (B-VIVN-B6I082)

12 studiepuntenNederlandsWerkvorm: WerkpleklerenEerste semesterEerste semester
Calleeuw Pedro |  Puttemans Lansen |  N.
VIVES N POC AD Internet of Things

In dit OPO komt het volgende aan bod:

  • De student is 2 dagen per week aanwezig op de werkplek en voert activiteiten uit i.v.m. IoT.
  • De student krijgt de kans om opdrachten gekregen tijdens de lesactiviteiten uit te voeren op de werkplek.
  • De student krijgt opdrachtjes om zijn of haar vaardigheden op het vlak van netwerken te versterken.
  • De student, bedrijfsmentor en VIVES-begeleider bouwen minstens één supervisie moment in waarbij de student kan reflecteren.
  • De bedrijfsmentor en VIVES-begeleider ondersteunen de student waar nodig.
  • Alle activiteiten worden bijgehouden in het werkplekportfolio.

Verplicht:

-

Aanbevolen:

-

Werkplekleren

Alle lessen gaan door in de Nederlandse taal. Een vlotte beheersing van het Nederlands is noodzakelijk om de lessen te kunnen volgen.
Je werkt tijdens de werkuren van de werkplek.
Je respecteert de veiligheidsvoorschriften van de werkplek.

In uitzonderlijke omstandigheden kan een deel van de contactmomenten op de werkplek vervangen worden door een aantoonbaar gelijkwaardige opdracht.

Evaluatieactiviteiten

Werkveld beleving (B-VIVN-B78949)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer, Naslagwerk

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

100% permanente evaluatie op attitudes en vaardigheden.

In uitzonderlijke omstandigheden kan dit gedeeltelijk of volledig vervangen worden door een aantoonbaar gelijkwaardige opdracht.

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.

Er is geen 2de examenkans voor dit vak mogelijk.