Installatietechnieken (B-VIVN-B1C036)

5 studiepuntenNederlands48 urenTweede semesterTweede semester
Taillieu Jurgen (coördinator) |  Taillieu Jurgen |  N.
VIVES N POC HVAC

DLR1. De gegradueerde voert elektrische en stromingstechnische basismetingen en -testen uit.

1.3 De student voert hydraulische basismetingen uit.

1.4 De student test hydraulische basismetingen uit.

1.5 De student voert temperatuur- en drukmetingen correct uit en interpreteert de meetresultaten.

DLR2. De gegradueerde leest en interpreteert zowel elektrische, stromingstechnische als eenvoudige P&ID schema's en tekeningen en raadpleegt, ook in minstens één vreemde taal, vaktechnische informatie.

2.1 De student leest en interpreteert hydraulische en P&ID schema's en tekeningen.

2.2 De student leest en interpreteert elektrische schema's en tekeningen.

2.3 De student raadpleegt vaktechnische informatie in het Nederlands.

2.4 De student raadpleegt vaktechnische informatie in minstens één vreemde taal.

DLR3. De gegradueerde werkt op een maatschappelijk verantwoorde, duurzame en kwaliteitsvolle manier en past veiligheidsvoorschriften en reglementeringen toe in het domein van de HVAC-systemen.

3.1 De student werkt op een duurzame, kwaliteitsvolle en maatschappelijk verantwoorde manier. 

3.2 De student past veiligheidsvoorschriften, reglementeringen en normen toe bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden.

DLR4. De gegradueerde adviseert en informeert gebruikers, en formuleert verbetervoorstellen met het oog op gebruik en werking.

4.1 De student informeert en adviseert gebruikers, collega's en leidinggevende over het gebruik en de werking van HVAC-systemen op een duidelijke manier.

4.2 De student maakt een wettelijk voorgeschreven document correct op.

DLR5. De gegradueerde stuurt operationeel enkele medewerkers aan voor concrete werkzaamheden met aandacht voor de veiligheid, werkt constructief en flexibel samen in team voor het plannen en uitvoeren van goedgekeurde aanpassingen en neemt hierin verantwoordelijkheid op.

5.2 De student werkt met aandacht voor de veiligheid

5.4 De student neemt verantwoordelijkheid op bij het plannen en uitvoeren van goedgekeurde aanpassingen.

DLR7. De gegradueerde rapporteert op doeltreffende wijze aan collega's en leidinggevenden over zijn werkzaamheden In functie van de opvolging.

7.1 De student stelt een verslag op van de uitgevoerde taken.

DLR8. KLIMA: De gegradueerde voert zelfstandig installaties, indienstnemingen en afregelingen van klimatisatiesystemen zelfstandig uit in een vertrouwd domein en onder toezicht van een leidinggevende in een residentiële en industriële context.

8.1 De student voert installaties, indienstnemingen en afregelingen van klimatisatiesystemen zelfstandig maar onder toezicht uit in een vertrouwd domein binnen residentiële en industriële context

DLR9. KLIMA: De gegradueerde lokaliseert, identificieert en diagnosticeert storingen aan klimatisatiesystemen, rekening houdend met situationele elementen en/of onderhoudshistoriek.

9.1 De student lokaliseert storingen aan klimatisatiesystemen, rekening houdend met situationele elementen en/of onderhoudshistoriek.

9.2 De student identificieert storingen aan klimatisatiesystemen, rekening houdend met situationele elementen en/of onderhoudshistoriek.

9.3 De student diagnosticeert storingen aan klimatisatiesystemen, rekening houdend met situationele elementen en/of onderhoudshistoriek.

DLR10. KLIMA: De gegradueerde houdt rekening met specifieke risico’s van gevaarlijke producten en omstandigheden eigen aan het werkveld klimatisatie en handelt ernaar.

10.1 De student houdt rekening met specifieke risico’s van gevaarlijke producten.

10.2 De student houdt rekening met specifieke risico’s omstandigheden eigen aan het werkveld klimatisatie.

 

 

Onderwijsleeractiviteiten

5 sp. Installatietechnieken (B-VIVN-B6C036)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College-practicum-opdracht48 urenTweede semesterTweede semester
Taillieu Jurgen |  N.
VIVES N POC HVAC

Inhoud:

In dit opleidingsonderdeel focussen we ons op het in dienst nemen en  periodiek onderhoud waaraan een centrale warmtegenerator op gasolie en aardgas moet voldoen. Concrete beroepssituaties van waaruit dit opleidingsonderdeel vertrekt, situeren zich binnen de verplichte handelingen die een erkend technicus vloeibare en/of gasvormige brandstoffen moet uitvoeren. Na dit opleidingsonderdeel heeft men de basis om de erkenning van technicus vloeibare brandstoffen en/of gasvormige brandstoffen GI te behalen.

In dit opleidingsonderdeel leren de studenten :

  • de verschillende handelingen om een wettelijk onderhoud aan een warmtegenerator op vloeibare en gasvormige brandstoffen kennen/uitvoeren;
  • de daarbij horende meetproeven uitvoeren;
  • een warmtegenerator ontstoren, in dienst nemen, en afregelen;
  • de daarbij vereiste documenten of attesten lezen, begrijpen en invullen;
  • de huidige wetgeving inherent aan verwarmingsinstallaties kennen;
  • diverse verbindingstechnieken toepassen binnen HVAC.

Voldoen aan de vereiste PBM's en gereedschapslijst die begin academiejaar ter beschikking gesteld wordt.

Manual(s) van diverse fabrikanten

PowerPoint presentaties

Ingesproken beeldmateriaal

Handleidingen in meerdere talen kunnen raadplegen

In de labolessen voeren de studenten alleen of in groep de noodzakelijke metingen aan de warmtegeneratoren uit waarvan achteraf een verslag wordt opgemaakt.

Bij verbindingstechnieken wordt een proefstuk gemaakt.

De lessen worden beschouwd als noodzakelijke leeractiviteiten om de leerdoelen te bereiken. De practica/lessen zijn belangrijk om de opdrachten en verslagen die verwacht worden te kunnen volbrengen.

 

Evaluatieactiviteiten

Installatietechnieken (B-VIVN-B80014)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Verslag
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

100 % permanente evaluatie: opdrachten + laboverslag

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.

Aanwezigheid tijdens praktijklessen waarin een vorm van permanente evaluatie gebeurt, is noodzakelijk. Minstens 2/3 aanwezigheid tijdens de praktijkmomenten met permanente evaluatie is een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan het examenmoment. Bij afwezigheid dienen studenten de docent te verwittigen. 

(Bij gewettigde afwezigheid wordt er in samenspraak met de docent/ombuds gekeken of de evaluatie ingehaald kan worden. Onwettige afwezigheid tijdens alle praktijklessen met permanente evaluatie levert "NA" voor dat evaluatie-onderdeel.)